Intervallen moet je op je gehoor kunnen herkennen en/of visueel kunnen benoemen.
Deze site biedt je de mogelijkheid om de intervallen op het gezicht te herkennen.
Intervallen op je gehoor trainen doe je op andere sites
De naamgeving van de intervallen, in de westerse muziek, vloeit voort uit de onderlinge afstanden van tonen binnen de diatonische toonladder. De afstand tussen twee tonen (hetzij gehoord, gelezen, genoteerd, of zich voorgesteld) bepalen de grootte en naam van het interval. Deze afstand kan zowel in intervalnamen (zie onder bij moderne - en middeleeuwse naamgeving) als in aantallen hele of halve toonafstanden worden uitgedrukt. In de toonladder van C majeur bijvoorbeeld, zijn alle opeenvolgende afstanden hele toonafstanden, behalve de intervallen e-f en b-c, dat zijn halve toonafstanden:
De toonladder van C majeur met de stamtonen: c, d, e, f, g, a, b, c. De toonafstanden
binnen een majeurtoonladder zijn in rood aangegeven of het een hele of halve toon betreft
van laag naar hoog: C---1---D---1---E---1/2---F---1---G---1---A---1---B---1/2---C